Iedereen wil natuurlijk gelukkige planten thuis. En daarom geven we je tips mee die je heel makkelijk kan integreren in je plantenroutine. Happy planten, here we come!
1. Snoei regelmatig
Natuurlijk knip je niet echt graag stukken van je prachtige plant. Maar het maakt je kamerplant wel een pak gezonder! Wanneer je een stukje van de stengel knipt, gaat je plant van daaruit vaak 2 nieuwe stengels groeien. Resultaat? Een vollere plant met meer stengels en bladeren. En nog een voordeel: je kan die stengels vaak makkelijk stekken door ze in een glaasje water te zetten. Dat werkt natuurlijk niet zo bij elke plant, dus bekijk eerste ven welke plant je wil stekken en hoe je dat best aanpakt. Lees hier hoe je een monkey mask stekt, of hier hoe je de siernetel stekt.
2. Verwijder dode bladeren
Een makkelijke tip: dode blaadjes haal je best zo snel mogelijk weg. Zodra een blad geel wordt, gaat het nooit meer groen worden. Ookal gaat er best wat energie van je plant naar dat blad om het toch nog te redden. Dus kan je het blad beter snel verwijderen, zodat je plant energie kan steken in het groeien van gezonde bladeren. Dode blaadjes kunnen er trouwens ook ongedierte aantrekken. Dus: geef je je planten water? Verwijder dan ineens ook dode bladeren.
3. Draai je plant rond
Jup, vreemde tip. Maar eigenlijk best logisch: je plant staat waarschijnlijk in de buurt van natuurlijk licht, zoals bij een raam. Daardoor krijgt 1 kant van je plant meer licht. Hij kan zelfs wat gaan hangen naar de zon, op zoek naar natuurlijk licht. Door je plant af en toe een stukje te draaien, krijgen alle blaadjes even veel licht.
4. Geef water langs onder
Sommige planten houden er meer van: water geven langs onder. Op die manier gaan de wortels meer naar beneden groeien & blijft de bovenkant van de potgrond droog. Zo hou je ongedierte ook weg, want die leggen vaak hun eitjes liefst in vochtige potgrond. Meer tips zie je hier!
5. Zet je plant vast
In z’n natuurlijke habitat hangt een hangplant vaak eigenlijk niet. Meestal groeien ze over de grond of op een andere plant zoals een boom. Wil je je hangplant mooier en voller laten worden, dan laat je hem best op een mospaal groeien. Zo kan hij zich goed vastzetten en haalt hij energie uit het mos. Hoe hoger de plant groeit, hoe groter de bladeren worden om beter aan fotosynthese te kunnen doen.
6. Maak de blaadjes schoon
Ook op je planten valt er stof. Even afstoffen zorgt er voor dat er meer licht bij het blad komt, waardoor je plant beter aan fotosynthese kan doen. Gebruik een vochtig doekje om voorzichtig je planten af te kuisen. Zo neem je ook eventueel ongedierte mee!
7. Verpot je planten
Gelukkige planten groeien snel uit hun pot. Wanneer je plant geen ruimte meer heeft in z’n pot of niet genoeg voeding meer uit de potgrond kan halen, dan wordt ‘ie snel ongelukkig. Verpotten doe je best 1x per jaar. Heb je een enthousiaste groeier? Dan mag je vaker verpotten. Zeker als je je plant zelf gezaaid hebt, ga je regelmatig voorzichtig moeten verpotten. Let op: voor je plant is het een grote schok om plots in nieuwe potgrond in een nieuwe pot gezet te worden. Daarom doe je dat best in het groeiseizoen. Vanaf de lente tot het einde van de zomer is verpotten helemaal oké. Zie je dat je plant in de winter écht te groot wordt voor zijn pot én ongelukkig is, dan kan je ‘m ook verpotten. Kies een pot die maximum 2 maten groter is. Anders kunnen de wortels van je plant niet bij het water dat naar onderaan de pot zakt. Zo kan de grond gaan rotten, wat later voor wortelrot kan zorgen.
8. Frisse lucht
Zeker in de zomer is luchtcirculatie belangrijk. Zo wordt vochtige lucht weggevoerd en heb je minder kans op beestjes of schimmels. Hoe juist? Gewoon even een raam openzetten of ventilator gebruiken. Geef je planten ook genoeg ruimte zodat er lucht rond je groene vrienden kan circuleren.