Eerst en vooral: goe bezig!! Het moeilijkste is al achter de rug. Maar laat je niet foppen, zo’n kiemplantje is nog erg gevoelig.
Jij weet als geen ander dat zaden vochtigheid, warmte en licht nodig hebben. Kiemplantjes, die hebben licht, lucht en water nodig. Dus eigenlijk wat een volwassen plant nodig heeft. Maar hoe zorg je nu voor die puberende planten? We leggen het je uit in 5 stappen!
1. Frisse lucht
Je kiemplantje zit vast nog onder een stolp, deksel, plastic folie, … Als zaadje is dat prima, maar kiemplantjes hebben iets minder luchtvochtigheid nodig. Wat ze wel nodig hebben, is meer zuurstof. Zo kunnen ze aan fotosynthese doen.
Maar let op: haal je plots het deksel van je kiemplantje, dan moet het zich wel heel snel aanpassen aan zijn nieuwe omgeving. Een veiligere aanpak? Pak het rustig aan. Haal het dekseltje er eens een paar keer een uurtje af. Daarna wat langer. En bouw zo rustig volledig af.
2. Water
Om te groeien, heeft een zaadje best wat water en vochtigheid nodig. Jij hield de potgrond altijd vochtig. Ervaren kamerplant bezitters weten dat kamerplanten meestal wekelijks wat water krijgen, afhankelijk van het soort plant. Zodra je het deksel van je kiemplantje er volledig af hebt kunnen halen, kan je ook de hoeveelheid water rustig afbouwen. Tot het moment dat je het samen met je andere kamerplanten gewoon wekelijks water kan geven. Maar hou je plantje wel goed in de gaten: merk je dat het toch wat meer water nodig heeft, bouw dan iets trager af!
3. Licht
Zaadjes hebben niet erg veel licht nodig om te ontkiemen. Het zou dus kunnen dat je kiemplantje meer licht nodig zal hebben. Je kan best even in de shop gaan kijken bij de beschrijving van jouw plantje, wat het net nodig heeft. De meeste kamerplanten houden van veel indirect licht. Gebruik je groeilampen? Dan mag je ze iets feller en langer zetten.
4. Voeding
Eens je kiemplantje echt begint te groeien, mag je voorzichtig wat voeding beginnen geven. Dat kan het net die push geven die het plantje nodig heeft om echt als volwassen plant te beginnen groeien. Let er wel op dat je zeker niet te veel geeft! Eens elke 3-4 weken is zeker genoeg. Hoeveel je net moet geven, hangt af van de voeding die je gebruikt. Daarvoor check je best de verpakking.
5. Verpotten
En dan dé vraag: wanneer kan ik mijn kiemplantje verpotten? Wel, we raden aan om te wachten tot er een 2de set volwassen blaadjes aankomt. Dan is je plantje normaal sterk genoeg om verpot te worden.
Daar gaan we even dieper op in. In de plantenwereld heb je eenzaadlobbigen en tweezaadlobbigen. Dat wil zeggen dat je kiemplantje start met één of twee blaadjes. Zo is een monstera bijvoorbeeld een eenzaadlobbige en groeit aan dat kiemplantje één miniatuur monsterablaadje. De meeste planten zijn tweezaadlobbig en groeien als kiemplantje dus meteen twee blaadjes. Die eerste set babyblaadjes lijken nog niet helemaal op de bladeren van de volwassen plant. Na die eerste set groeien ze volwassen blaadjes die wél lijken op de bladeren van de volwassen plant. Begint er een 2de set volwassen blaadjes te groeien, of zijn ze er zelfs al? Dan kan je je plantje verpotten.
Ziezo, vanaf nu ben je een echte plantparent (jup, ook als je dat een afschuwelijk woord vindt)! Benieuwd hoe andere plantparents het ervan af brengen? Of heb je toch nog een aantal vragen? Check dan zeker onze Facebook groep!
Jij weet als geen ander dat zaden vochtigheid, warmte en licht nodig hebben. Kiemplantjes, die hebben licht, lucht en water nodig. Dus eigenlijk wat een volwassen plant nodig heeft. Maar hoe zorg je nu voor die puberende planten? We leggen het je uit in 5 stappen!
1. Frisse lucht
Je kiemplantje zit vast nog onder een stolp, deksel, plastic folie, … Als zaadje is dat prima, maar kiemplantjes hebben iets minder luchtvochtigheid nodig. Wat ze wel nodig hebben, is meer zuurstof. Zo kunnen ze aan fotosynthese doen.
Maar let op: haal je plots het deksel van je kiemplantje, dan moet het zich wel heel snel aanpassen aan zijn nieuwe omgeving. Een veiligere aanpak? Pak het rustig aan. Haal het dekseltje er eens een paar keer een uurtje af. Daarna wat langer. En bouw zo rustig volledig af.
2. Water
Om te groeien, heeft een zaadje best wat water en vochtigheid nodig. Jij hield de potgrond altijd vochtig. Ervaren kamerplant bezitters weten dat kamerplanten meestal wekelijks wat water krijgen, afhankelijk van het soort plant. Zodra je het deksel van je kiemplantje er volledig af hebt kunnen halen, kan je ook de hoeveelheid water rustig afbouwen. Tot het moment dat je het samen met je andere kamerplanten gewoon wekelijks water kan geven. Maar hou je plantje wel goed in de gaten: merk je dat het toch wat meer water nodig heeft, bouw dan iets trager af!
3. Licht
Zaadjes hebben niet erg veel licht nodig om te ontkiemen. Het zou dus kunnen dat je kiemplantje meer licht nodig zal hebben. Je kan best even in de shop gaan kijken bij de beschrijving van jouw plantje, wat het net nodig heeft. De meeste kamerplanten houden van veel indirect licht. Gebruik je groeilampen? Dan mag je ze iets feller en langer zetten.
4. Voeding
Eens je kiemplantje echt begint te groeien, mag je voorzichtig wat voeding beginnen geven. Dat kan het net die push geven die het plantje nodig heeft om echt als volwassen plant te beginnen groeien. Let er wel op dat je zeker niet te veel geeft! Eens elke 3-4 weken is zeker genoeg. Hoeveel je net moet geven, hangt af van de voeding die je gebruikt. Daarvoor check je best de verpakking.
5. Verpotten
En dan dé vraag: wanneer kan ik mijn kiemplantje verpotten? Wel, we raden aan om te wachten tot er een 2de set volwassen blaadjes aankomt. Dan is je plantje normaal sterk genoeg om verpot te worden.
Daar gaan we even dieper op in. In de plantenwereld heb je eenzaadlobbigen en tweezaadlobbigen. Dat wil zeggen dat je kiemplantje start met één of twee blaadjes. Zo is een monstera bijvoorbeeld een eenzaadlobbige en groeit aan dat kiemplantje één miniatuur monsterablaadje. De meeste planten zijn tweezaadlobbig en groeien als kiemplantje dus meteen twee blaadjes. Die eerste set babyblaadjes lijken nog niet helemaal op de bladeren van de volwassen plant. Na die eerste set groeien ze volwassen blaadjes die wél lijken op de bladeren van de volwassen plant. Begint er een 2de set volwassen blaadjes te groeien, of zijn ze er zelfs al? Dan kan je je plantje verpotten.
Ziezo, vanaf nu ben je een echte plantparent (jup, ook als je dat een afschuwelijk woord vindt)! Benieuwd hoe andere plantparents het ervan af brengen? Of heb je toch nog een aantal vragen? Check dan zeker onze Facebook groep!